In een recente verklaring heeft de European Broadcasting Union (EBU) haar standpunt over de diskwalificatie van Joost Klein op het Eurovisie Songfestival geüpdatet en benadrukt.
Het besluit om Klein uit de competitie te diskwalificeren werd bevestigd door de organisatie, waarbij werd benadrukt dat zijn gedrag in strijd was met de wedstrijdregels die tot doel hebben een veilige werkomgeving voor alle medewerkers te waarborgen.
EBU legde uit dat de diskwalificatie volgde na een “grondig intern onderzoek” dat werd gesteund door zowel het bestuur als de Eurovision Song Contest Reference Group, een adviesorgaan van het festival.
Gezien de omstandigheden en het aanstaande onderzoek door de officier van justitie, vond de organisatie het ongepast om Klein te laten deelnemen aan de finale.
EBU ontkracht ook de publieke perceptie die op sociale media en in bepaalde reacties naar voren is gekomen, door te stellen dat deze niet overeenkomt met de verklaringen van medewerkers en andere getuigen die zowel met de organisatie als met de Zweedse politie zijn gedeeld.
De EBU heeft aangekondigd geen verdere uitspraken te doen over de zaak vanwege het lopende juridische proces.
De NPO en AvroTros hebben officieel bezwaar gemaakt tegen de diskwalificatie van Klein, waardoor de kwestie nog meer aandacht heeft gekregen.
Als gevolg van deze gebeurtenissen heeft Joost Klein veel aandacht getrokken, met zijn nummer dat populair is in verschillende landen.
De ware toedracht van de zaak blijft tot op heden onduidelijk, aangezien verschillende partijen met verschillende verhalen komen. Joost heeft nog niet gereageerd op de kwestie.
EBU vilt haar statement aan met deze nieuwe informatie!