De identiteit van de toekomstige premier blijft een raadsel voor velen, nu meer dan ooit.
Geert Wilders heeft al een kandidaat op het oog voor de positie van premier en heeft deze persoon al benaderd, volgens informanten die verwachten dat dit voor 15 mei zal worden onthuld.
VVD-leider Dilan Yesilgöz onderstreept de impact van de rol bij haar aankomst in de Tweede Kamer: “De premier is niet alleen het gezicht van ons land, maar ook een cruciale figuur binnen ons bestuur.”
Het besluit over de nieuwe premier is een cruciale stap in het formatieproces, volgens zowel Yesilgöz als Pieter Omtzigt van NSC.
Echter, BBB-leider Caroline van der Plas heeft haar eigen kijk op deze kwestie;
Een aanpak waar ze voorstander van is, is dat de formatie eerst gericht moet zijn op het bereiken van een akkoord, waarna de discussie over de “poppetjes” kan volgen.
Recent heeft Wilders verklaard dat hij al een mogelijke kandidaat op het oog heeft voor de positie van premier en dat hij contact heeft opgenomen met deze persoon.
Hij benadrukte dat hij dit noodzakelijk achtte en het als “vreemd” zou beschouwen als hij nog geen gesprek met deze persoon had gevoerd.
Voorlopig houdt hij de identiteit van deze kandidaat geheim en heeft hij de andere partijen in de formatie nog niet op de hoogte gebracht.
In Nederland, waar de premier niet rechtstreeks wordt verkozen, is het gebruikelijk dat de leider van de grootste partij het premierschap op zich neemt.
Na de verkiezingen ontstaat vaak snel duidelijkheid over de rolverdeling, maar er was tegenstand tegen Wilders’ mogelijke premierschap.
Yesilgöz heeft publiekelijk verklaard dat ze niet onder Wilders als premier wil dienen, vanwege haar opvatting dat de premier verbindend moet zijn en Nederland internationaal moet vertegenwoordigen, wat volgens haar niet bij Wilders past.
Omtzigt gaf aan dat er op rechtsstatelijk gebied te grote verschillen zijn tussen zijn NSC-partij en de PVV voor een kabinet-Wilders I, terwijl Van der Plas geen bezwaren heeft geuit.
Deze kwesties hebben geleid tot de beslissing van de vier partijleiders om gedurende de komende kabinetsperiode in de Tweede Kamer te blijven.
Dit vinden zijn collega’s ervan!